dimanche 25 juillet 2010

(12/02/2010) Van "Loopen" met de duif tot "Kijken" op het scherm - de Evolutie van het constateren:

Van "Loopen" met de duif tot "Kijken" op het scherm - de Evolutie van het constateren:

Omstreeks 1810 werden de eerste vluchten in Luik ingericht door de aldaar pas opgerichte duivenmaatschappijen welke vluchten inmanden om te lossen in Lyon -- Parijs en even later Orléans.

Dat de liefhebbers zich wilden vergelijken met hun duiven tegen andere duiven van andere liefhebbers werd al snel de uitdaging nummer 1 voor ieder liefhebber welk de dag van vandaag nog steeds zo is.
Om zich te kunnen vergelijken had men een klok nodig, in het begin was dit een gewone klok of zakuurwerk en moest er met de thuisgekomen duif gelopen worden naar het bestatigingsbureel (welke vaak het inmandingslokaal was) in een dorpscafé waar er dan tientallen supporters de eerste stond op te wachten. Ter controle voor andere liefhebbers werd de duif in een zak gestoken en aan een draad opgehangen met wasspelden zo kon eenieder controle doen op de thuisgekomen duiven.

Door de tijd heen werden verschillende soorten constateurs gebruikt zoals de kijkklok (gewone horloge), Disk (kaart), Stop/Start, Prikker, Drukker, Quartz, Elektronisch.

De eerste duivenklokken of constateurs kwamen er pas rond 1860 - 1870, en sloten hierbij weer heel wat fraude mogelijkheden uit (verwisselen van duivenzakken aan de draad) voordat deze constateurs gebruikt werden werd de tijd handmatig opgeschreven (al naargelang de tijdopnemer kon dit wel eens verschil opleveren met de juiste tijd op het uurwerk voor hem) maar door de eigenlijke intrede van de constateur werd er "gedraaid" zoals dat het geval was bij een Vandenbossche en later bij een Plasschaert uit 1905 gevolgt door nog meerdere "draaiers". Dat een nieuw tijdperk aangebroken was in "het duivensport" wist iedereen toen, en al snel volgde er iets nieuws op "fraude veiligheid" nl.: de duiven die op reis gingen kregen elk een stempel in de vleugel met daarop een cijfer en letter combinatie. Dit had als gevolg dat de bestatigingsmensen het vleugelkenmerk moesten noteren op de rol papier die in de constateur zat en dan "draaien" aan de hendel en zo het uur vastleggen van de thuiskomst van de duif. (later werd de looptijd er van afgetrokken). In het begin waren er enkel een paar constateurs voor de ganse maatschappij waardoor er dus moest gelopen worden. Later kwamen de constateurs in volle opmars door dat men niet meer met de duif zou moeten lopen en zo de vermoeide thuisgekomen duif kon laten rusten op het hok. Maar al snel werden liefhebbers "gepakt" die fraude deden met hun toestellen enkele voorlopers op fraude veiligheid met name de Gebroeders Plasschaert hadden hier al iets op gevonden welke de fraudeurs een hak zette:

1: een prik bij het openen van de constateurs, bij openen en sluiten kwam een prik in de rol papier te staan als er nu ergens tussen deze 2 prikken nog een prik stond was de klok open geweest en werden de constataties nietig verklaard.

2: Als men het toestel opende scheurde de rol papier eveneens af door een ingebouwd snijmechanisme

3: De introductie van de dolometer (door te schudden met de klok kan je de tijd beinvloeden om dit schudden tegen te gaan werd de dolometer uitgedokterd en deze had tot doel het schudden tegen te gaan als men toch nog met de klok had geschud kon men dit aflezen doordat een tandwiel van plaats vergaan was) werd een feit doch werd later nooit als "bewijs voor fraude" bestempeld door de in 1951 opgerichte "constateurscommisie".

De soorten constateurs:

1 Kijkklokken:
Dit waren de eerste "constateurs" van deze klokken werd de tijd gelezen toen men met de duif arriveerde aan het bestatigings bureel in de "rijkere" clubs werden later foto's als bewijs genomen van de desbetreffende tijden.

2 De constateurs met disken (kaarten):
Hier is maar weinig over bekend omdat dit nu net de oudste en zeldzaamste constateurs zijn wel is er over bekend dat het in princiepe een tikklok is vanop de fabrieken enkel men krijgt de disk of kaart niet terug zoals de arbeider die "tikt" deze wel zou terug krijgen. Onder de eigenlijke constateur was een opvangbak waar de kaarten voorzien van het tijdstip opgevangen werden. Gebouwd vanaf 1860 (volgens informatie bronnen)

3 Stop/Start klokken:
dit zijn maar kleine klokjes met plaats voor het constateren van 1 of 2 of 3 duifjes. Deze zijn ook in België gemaakt maar het bekende bouwland voor deze klokjes zijn de U.S.A. hier zijn er zeker 5 verschillende gebouwd zoals de Unique Pigeon Timer, Chas H. Jones, James H. Bell, Star, E. Buysse, Quaker, wie weet nog meerdere. Ook in Australië en in Tasmanië werden deze pocket constateurs gebouwd. In België moet de Vandeplancke zowat de enigste zijn en werden rond de eeuwwisseling van 1900 gebouwd.

4. Prikkers:
Bij de Prikklokken moet zowat de Toulet van Karel Toulet de eerste geweest zijn die omstreeks 1883 gebouwd werd te Brussel. 40 jaar later stonden er 100000 op de verkoopslijst van Toulet. Door de loop van de jaren zijn er heel wat prikklokken aan de duivenmelker gebracht. Zo werden er in 1950 nog steeds prikklokken gebouwd te Lede door La Lédoise (oprichters hiervan waren de Gebroeders Van Nerum uit Aalst) dit atelier in nog steeds intakt en er word voorzien om dit atelier te openen als het La Lédoise museum (La Lédoise staat immers voor "de Leedse"). Ook hier werden door de loop van jaren heel wat verbeteringen op aangebracht na aantoningen van fraude (harde stoot met de klok kon een prik veroorzaken waardor er zogezegd geconstateerd werd welk niet waar was). Ook hier werden dolometers ingebouwd maar ook niet dolometers welke wel afschrikmiddelen om te kloppen en schudden met de klok tegen te gaan (een gewoon potje met een loden balletje erin welk lawaai maakte) en de liefhebber moest stop zetten te "frauderen" . Een andere zet moet ook zowat gekomen zijn van Toulet en dit was een extra prik bij openen en sluiten van de klok. Bij de prikklokken vinden we alle vormen terug van een grote ronde naar een kleine vierkante en van een grote vierkante naar een kleine rechthoekige.

5. Drukkers:
Deze eerste van deze klokken werden omstreeks 1860 gebouwd in Verviers door Lahaye - Randaxhe en men kon er 50 constataties met maken omstreeks deze tijd nodig aan de kanten van Luik omdat duivenmaatschappijen uit de grond rezen de een na de andere en er veelvuldig met duiven werd gespeeld had men ook "grote" constateurs nodig. Ook Ernst Friedrich Benzing uit Duitsland zou wereldberoemd worden met zijn BENZING constateur begin jaren 1890 bouwde hij zijn toestel een Benzing voor 50 constataties later gevolgd door oh zo veel modellen zelfs 100 jaar later werden er nog steeds Benzings gebouwd. Doch door opkomst van de Plasschaert (ook wereldberoemd) vooral jaren 1920 - 1930, de La Lédoise drukker 1951 - 1953 en de Junior 1952 werden geduchte concurenten van de Benzing en terecht zo blijkt want deze klokken zitten verspreid over de ganse wereld van de Himalaya tot in de woestijn en van Afrika tot in Amerika. Ook hier werden door de loop van tijd heel wat verbeteringen in aangebracht ter bevordering van het "fraudeveilig" zijn want steeds meer liefhebbers keken naar dit veilig zijn omdat het steeds om centen gaat en als er een niet zo veilig toestel gebruikt werd, werden er al gauw klachten ingedient bij de ondertussen opgerichte Nationale Duivenbond 1910 nu onze KBDB. Zo zijn er nu nog steeds brieven waar de Heren Plasschaert de Heren van de Perfect constateurs in Brussel op de Nationale Duivenbondszetel willen demonstreren dat de Perfect niet "veilig" is, de afloop hiervan is mij echter nog steeds onbekend. Ondertussen door de steeds beter worden klokmechaniek werden de traagtikkers vervangen door sneltikkers met zijn schudvrije echappementen (met deze techniek word het vorige doel van "schudden" met de klok tegen gegaan) het heeft dus geen zin meer te schudden met de klok om de tijd te beïnvloeden. nog even later werden er Quartz-uurwerken
gebruikt. Bij de drukkers eigenlijk maar 2 vormen rechthoekig en vierkantig.

6. Quartz:
De Quartz constateur over gans de wereld ongetwijfeld de Junior met zijn T1, T2, T3 de Junior T1 zag zijn levenslicht in 1982 dat dit de toekmost zou worden was eenieder overtuigd van. Doch de eerste reeks werd al snel terug binnen geroepen doordat met een eenvoudige overbrugging met een koper draadje je de klok kon laten lopen tot net zover je dat zelf wilde. Deze klokken zijn zelfs nooit in omloop gekomen doch waren zij al verkocht maar door een oplettende verkoper werden zij tijdig teruggezonden naar Junior welke het probleem van de kaart veegde. Als de ganse maatschappij constateerde met zo een Junior klok kon men deze aansluiten op PC en de uitslagen vloeiden uit de printer (na meer dan 100 jaar kon men de uitslag kort na de vlucht bekijken in het lokaal, doch een grote investering moest eraan vooraf gaan). Ook Benzing kwam 7 jaar na de Junior ook met een Quartz Computer Clock (Benzing CC) op de markt en werd ook een veelvuldig gebruikte klok.

7 Elektronisch Constateren:
Dit voorval werd rond 1990 zoiets uitgevonden door Madam Von Gessner in Duitsland die toen het Tipes systeem boven het vuur hield. Deze revolutionaire technologie in duivenwereld sloeg in als een bom onder de duivenmelkers. Mijn duiven niet meer pakken als ze thuis komen wat een voordeel mijn duiven worden niet meer bang gemaakt vooral bij jonge duiven een opkikker van formaat doch het prijskaartje was een tegenpool die je bij niemand kon inschatten meer dan 100Bef voor een chipring welke voor registratie moet zorgen maar dat de prijs nog zou dalen was iedereen van overtuigd (het was nog te nieuw om eigenlijk waar te zijn). Maar door de steeds groeiende computer wereld werd er al snel gekonkelfoezeld over "fraude" want men zit met computer en computers kan men kraken. Maar het elektronisch constateersysteem had zijn entree niet gemist en half jaren 1990 begon men in Duitsland met het elektronisch constateren. België lag achter met het maken van Constateersystemen, later zouden we begrijpen waarom. In Duitsland werd volop van start gegaan met de nieuwe vorm van constateren en omdat er nog maar slecht 1 systeem in gebruik was verliep dit geweldig. Maar toen kging ook Nederland het Duitse voorbeeld volgen en liet ook aldaar het Elektronisch constateren toe. België nu ook verslagen door Nederland ??? Doordat ook Nederland het EC toeliet kwamen meerdere systemen op de markt welke dan ook dalende prijzen met zich mee brachten maar nog meer gekonkelfoes over "fraude" totdat de NPO het TNO testorgaan van de EC - systemen onder de arm nam en elk systeem op de Nederlandse markt aanwezig moest een positief TNO rapport kunnen voorleggen qua fraudeveiligheid. Later volgde ook de Duitse bond de NPO op en moesten ook de in Duitsland gebruikte systemen een TNO rapport hebben nog steeds geen EC in België we zijn nu 1998. Op het einde van 1998 word door de KBDB dan toch toegelaten om te EC-en doch alleen op de nationale vluchten (als proef bij enkele liefhebbers) het heeft heel wat aarde in de voeten gehad vooralleer men kon gaan EC-en in België (maar op de KBDB wist men waarom==> Fraudeveiligheid komt hier op de eerste plaats) 1999 verliep als eerste elektronisch jaar in België vlot zodat voor seizoen 2000 alle liefhebbers mochten gaan ec-en op vluchten die nationaal werden ingericht. De eerste systemen werden volgens het door de KBDB opgelegde protocol gehomologeerd door de KBDB en de verkoop van EC systemen kon beginnen in België. Ook hier hevige discussies over de "fraude mogelijkheden" want we zaten weer jaren later en het "hacken" komt vaker voor. Zo al werd door de KBDB ondervonden dat de chippen van een leverancier meerdere keren het zelfde elektronische ringnummer hadden en men deze chippen zelfs op nul kan plaatsen en andere overschrijven, deze ringen werden dan ook verboden voor gebruik tijdens seizoen 2001 (doch in Nederland worden deze nog steeds gebruikt anno 2002) Ook moesten de ringen OTP kunnen gezet worden welk betekent "One Time Programmed" 1 keer beschrijven en dit bedoelde men op een licentienummer (Nationaal lidnummer) van de liefhebbers ( om stelen van de chipring te elimineren) ook mag de chipring maar 1 keer kunnen gekoppeld worden per kalenderjaar (dit om fraude zo snel mogelijk uit te roeien vooral met asduif competities). Ondertussen moeten ook alle systemen opnieuw gehomologeerd worden en worden zij die in orde zijn voorzien van een KBDB etiket voor seizoen 2002 welke niet in orde zijn verkrijgen geen etiket van KBDB. Het Elektronische constateersysteem in België is ongetwijfeld ons eigen lands systeem Bricon. En dit systeem heeft het af te leggen tegen systemen ontworpen door grote multi national firma's uit Duitsland. Maar BRICON beweegt zich moeiteloos op de markt door steeds innoverende produkten op de markt te brengen die overigens nog eens sneller, preciezer en probleemlozer werken.

Met het Elektronisch constateren moet je dus je duif niet meer pakken om deze van zijn gummiring te ontdoen (de duif loopt met een chipring om zijn poot over een antenne en deze word geregistreerd) en je kan dus het uur van je aangekomen geregistreerde duif op het scherm bekijken vanuit je stoel waar je rustig in ligt te relaxen terwijl de duiven aankomen. Verder staat de evolutie zelfs ook al door het aansluiten van een GSM men kan direct bereikt worden vanop afstand wanneer een duif zijn/haar hok heeft binnengevlogen, maar er is meer te bereiken met deze technologie men kan met de GSM een SMS zenden naar het lokaal via een hulpprogramma word de sms van de GSM in het lokaal door gezonden naar een PC hier kan men een groot scherm op aansluiten en kunnen alle clubleden de uitslag integraal volgen op een scherm, niet enkel de clubleden kunnen dit volgen maar ook supporters: en nu zitten we met deze technologie terug 150 - 200 jaar terug (aankomst van duiven te volgen door het grote publiek) enkel dat men nu geen lopers meer ziet (veelal knechten van de liefhebbers) maar de liefhebber is zelf aanwezig.

8 -- ??? ............ ???

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire