dimanche 25 juillet 2010

(14/02/2010) Wat nieuwelingen in onze sport dienen te weten

Wat nieuwelingen in onze sport dienen te weten

Met zijn honderd en zoveel uiteenzettingen als methoden, richten wij ons nogal vaak tot diegenen die de eerste stappen in de duivenliefhebberij hebben gezet. Zij hebben goede raad meer dan nodig.

Hieronder volgen nog enkele beknopte raadgevingen die wij zo vaak aan onze lezers hebben medegedeeld. Misschien vallen wij wel eens in herhaling, maar het weegt op tegenover diegenen die in een nabije toekomst de Belgische Duivenliefhebberij roem en standing zullen moeten bezorgen.
De rol van een

duivensportkronieker is nogal vaak ondankbaar, alhoewel zij zekerlijk er in bestaat haar lezers in te lichten over alles wat er omgaat in deze sport, haar nieuwigheden en al haar aktualiteiten. En toch is zijn rol niet alleenlijk beperkt tot deze unieke inlichtingen, daar de delikate opdracht hem nog ten dele valt, ter hulp te komen aan de nieuwelingen in de sport door deze de eerste en meest noodzakelijke inlichtingen te bezorgen en ze met raad bij te staan opdat zij goede duivenliefhebbers zouden kunnen worden.
Men spreekt over achteruitgang van de duivensport, het is dus hoogst noodzakelijk dat de kronieken de nieuwelingen in onze sport onderricht en raad geven.

De nieuwelingen zullen slechts liefhebbers blijven, op voorwaarde dat zij geleid en

geholpen worden door de oudere. Het is voornamelijk met dit doel dat wij in dit stukje tot onze jongeren spreken, teneinde hen nogmaals aan enkele praktische raadgevingen te helpen en die hen zullen toelaten een juiste mening te
maken van wat de duivensport is en wat deze vereist.
Jonge vrienden, gij, die wilt lukken in de duivensport, moet wel weten dat de stiel van duivenliefhebber aangeleerd wordt door ondervinding en... ononderbroken opmerkzaamheid.
De dag waarop een liefhebber met zekerheid zal kunnen zeggen dat hij grondig het karakter van ieder zijner duiven kent, dan... zal zijn sukses een voldongen feit zijn.
Ongelukkig genoeg, heeft niemand het nog tot hier toe zo ver kunnen brengen, want onze vliegduif heeft nog nooit laten binnen dringen in het geheim van haar brein ; en het is misschien beter zo, aangezien de hoop steeds herleeft bij de onkansrijke en de ongelukkige liefhebbers.

Wat de nieuwelingen zich steeds goed in het hoofd moeten prenten is,... dat een kolonie niet alleenlijk bestaat uit duiven die aan de prijsvluchten deelnemen, doch vooral uit kweekduiven.

Wanneer het een onbetwistbaar feit is dat een liefhebber roem verworven heeft door zijn behaalde prestaties met zijn beste duiven ; dan al deze reputatie niet van lange duur zijn indien hij in zijn ploeg extra-vliegduiven niet de nodige elementen bezit die de aflossing kunnen verzekeren.
Daar een kweekduif niet noodzakelijk een goede vliegduif is, en vice-versa, is het daarom dat de kwestie van de kweek altijd van het grootste belang geweest is voor een ervaren liefhebber.
Laat ons over de voeding spreken :
Sommige liefhebbers klagen soms om de plotselinge onderbreking in hun suksessen en zoeken tevergeefs naar de reden hiervan.
Het kan nu wel gebeuren dat de reden hiervan uitsluitend berust in een te plotselinge verandering van het systeem van voederen.
Deze verandering veroorzaakt nogal vaak een plotse daling van de forme ; ook en wanneer dit mogelijk is, is het aangeraden ineens het voeder aan te kopen dat er nodig is vooral de duiven voor een gans seizoen,

De kwestie van het reizen, wat denkt gij te moeten aanpassen als spelmethode ?

Zult gij snelheid-, halve-fond of fondspeler zijn, of denkt gij al deze vormen van specialiteit te zullen moeten groeperen ?
Wij zeggen ; dat het onmogelijk is in deze drie kategorieën te willen uitblinken, want de moderne duivensport is hoegenaamd niet te vergelijken met deze van onze voorouders, zij heeft geëvolueerd en bezit haar specialisten, de enen nemen slechts deel aan de kleine afstanden (de snelheid), anderen, gaan slechts tot 400 en 450 km., en dit, zijn de halve fondspelers, ten slotte beoefenen deze van de laatste kategorie slechts de fond- en de grote afstandsvluchten.
Men moet verstaan dat het nooit zal mogelijk zijn zijn kans in de drie soorten prijsvluchten te wagen en men ondervindt dit in iedere kolonie, aangezien iedere duif geen snelheidsduif is, of een duif is om middelmatige afstanden te vliegen, of ten slotte... 10 a 12 uren ononderbroken te vliegen.
Het aandeel van de liefhebber, zijn ondervinding, moeten hem toelaten te bepalen welke het rendement zal zijn van iedere van zijn duiven met het oog op de drie afstanden, en zijn werk moet hem ertoe brengen een oordeelkundige beslissing te nemen over het verstandig gebruik dat hij van iedere duif zal weten te maken.
Onze nieuwelingen in de sport, moeten goed weten dat het een onvergeeflijke fout zou zijn de lange en afmattende etappen te willen inzetten met duiven die reeds alle moeite hebben om een prijsje te winnen van korte afstanden, — die reeds te vermoeid zijn, — want deze zelfde duiven, lopen een nieuwe ondergang tegemoet.
De opleiding van jonge duiven moet trapsgewijze gebeuren, men wint er niets bij met de zaken te forceren, terwijl men niets moet vrezen met geoefende en geharde oude duiven. In de keuze van de duiven die bestemd zijn voor de verschillende proeven, zijn het de fysieke kwaliteiten van ieder individu die alleen de
grondslag van het oordeel moeten uitmaken. De absolute erfelijkheid te willen aanzien als een feit, noemen wij een dwaasheid of zulks te willen aannemen als een waardevolle zekerheid, alles hangt af waar de stam geteeld geweest is. Alles wat de halve-fond en de fondduif nodig heeft, is een uitermate soepele vleugel, met de drie laatste slagpennen goed afgezonderd, en zo veel mogelijk gelijk in lengte wanneer de vleugel open is ; een korte voorarm ; een stevig beendergestel, die niet hol klinkt ; krachtige lenden die niet begeven aan de minste druk.
Neem wel nota, dat het niet is aan de breedte van de rug dat men de kracht van de lenden oordeelt, doch wel aan de weerstand die zij hadden aan de druk van de vingers. Beproef het, en gij zult vaststellen dat de weerstandslenden niet zo talrijk zijn als gij wel dacht. Met al deze eigenschappen, moet een gezonde duif, wanneer zij goed verzorgd en een beetje gespaard werd... goed presteren.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire