samedi 24 juillet 2010

(29/11/2004) Van eieren tot . . . .

Van eieren tot . . . .

De ontwikkeling van het ei vangt aan bij de bevruchting. Het is dus belangrijk ook de duivinnen degelijk voor te bereiden op hun taak.

Het duivenjong dat zich in ongeveer 18 dagen moet ontwikkelen wordt uitsluitend gevoed door wat de duivin in het ei gaf. Duivinnen moeten nog meer dan de duivers “klaar” zijn om gekoppelt te worden. Een aangepaste en voldoende voeding, (kweekmengeling), grit steeds ter beschikking en de dagen verlengen voor de winterkweek zijn onmisbaar. Het kan zonder de dagen te verlengen, het resultaat zal zijn dat men iets langer op de eerste eieren zal moeten wachten. Voldoende stro, tabakstelen of een matje niet vergeten dit om vroegtijdige ongevallen te vermijden..

De eieren zijn gelegd.
Een rustiger periode voor duif en melker breekt nu aan. De voeding wordt iets lichter gemaakt door het bijvoegen van wat gerst of over te schakelen op wintermengeling. Het bijlichten is nu overbodig. Het is echter uit den boze te kordaat het aantal uren licht op het hok te wijzigen. De broedende koppels zullen zich verloren voelen als U na de voederbeurt het licht uitdraait. Ingesteld op ongeveer een kwartiertje.is een dimmer het ideaal. Ze hebben het vlug door dat na het avondmaal het licht zal uitgaan. Het is primordiaal dat de duivin haar plaats reeds heeft ingenomen en dit om vechtpartijen met alle gevolgen vandien te vermijden. Het is zelden dat men tijdens de broedperiode niet af te rekenen heeft met vernietigde nesten. Sommige duivers willen kost wat kost hun teritorium uitbreiden, en het zijn meestal niet de slechtste die voor brokken zorgen. Een te ijverig toekomstig moederke kan zich van nest vergissen en vooraleer ze het merkte is het te laat. Beschikt U niet over een dimmer, controleer dan eerst of alle duivinnen hun plaats hebben ingenomen voor het licht te doven. Vanaf de dag dat we vermoeden dat de jongen gaan uitkippen is het voor de liefhebber soms moeilijk niet al te dikwijls in de nesten te gaan loeren. Als alles op de voorziene datum komt mogen we gerust zijn.
Pel nooit jongen uit. Merkt U dat er eentje moeilijk heeft zich op eigen kracht uit het ei te wringen, verwijder het dan. Het is al achterop op de anderen en zal nooit zijn achterstand inhalen. Indien de ouders niet tijdig de schalen uit het nest verwijderen kan het nuttig zijn hier eventjes te helpen. Soms kan gedurende de eerste dagen het jongske eraan vastkleven.
Aan jongen die altijd natliggen hapert er iets, verwijderen is de enige goede raad. Op het ogenblik dat men de jongen ringt, dus ongeveer na 7 dagen, kan het wel gebeuren dat men met “spuiters” te doen heeft. Indien er niets ernstigs aan de hand is, is de oorzaak meestal het teveel opnemen van water of bijprodukten, waardoor de jongen even ongesteld zijn. Duurt dit echter te lang dan is het aan te raden deze te verwijderen. Het zijn niet de gezondste en zullen zeker nooit de beste worden.

Eén of twee per koppel.
Betreft het winterkweek laat dan gerust twee jongen. Zelfs de toekomstige weduwnaars hebben nog voldoende tijd om te recuperen voor de aanvang van het vliegseizoen. Het laten van twee jongen heeft nog het bijkomende voordeel dat de koppels niet zo vlug aan een tweede nest denken. Ik heb er mijn bedenkingen bij dat sommige liefhebbers beweren aan 100% te scoren, 20 koppels en 40 jongen. Ik kan het moelijk geloven. Scoort U aan 80% dan is dit al een aanvaardbaar kweekresultaat, vooral in de winter. Meer is mooi meegenomen.

Het grootste of het kleinste?
U ringt maar één jong ? Hou ik het grootste of het kleinste? Indien de ouders te ijverig het broeden begonnen en zich reeds permanent neervlijden op het eerste ei kan dit ei gemakkelijk anderhalve dag vroeger uitkomen. Dit wil nog niet zeggen dat dit het beste (of de duiver) zal zijn. Hebben beide jongen een uitstekende gezondheid, dan is het van weinig belang welk U kiest.

Ring niet uit alle koppels.
Ieder duivenliefhebber moet zijn eigen duiven kennen. De minstgoede worden gebruikt als voedsterkoppel. De eieren van de beste kwekers of vliegers worden onder deze tweederangs geschoven. Beschikt U maar over een hok voor 50 jongen, beperk U dan tot dit aantal. Overbevolking van het jongenduivenhok zal alleen de verliezen doen toenemen en is zeer nadelig voor de algemene gezondheid van de bewoners.
Eens de jongen geringd wordt een bijkomend potje met wat voer in de nestbak geplaatst. Ongelooflijk hoe vlug de jonge telgen het door hebben dat het daar is dat ze moeten zijn om gevoed te worden. Na het spenen zal het een groot voordeel zijn dat ze al gewoon zijn zelfstandig te eten.

HET SPENEN
Het beste tijdstip is s’avonds na een laatste maaltijd. De volgende morgen worden de jongen niet gevoed. Maak een hoekje klaar in het jongeduivenhok met wat vers stro of een oude jutezak. De eerste dagen en nachten gaan de jongen gezellig samenkruipen om elkaar te verwarmen. Na enkele dagen zoeken de dappersten hun eigen weg en hou ze in het oog degenen die het eerst op een rustplankje vliegen. Het zijn meestal de beste. Voor enkelen kan het nodig zijn de weg naar de drinkpot te tonen, maar verwen ze vooral niet te veel. Mits een klein beetje aandacht heeft men vlug gezien welke de weg naar de drinkpot niet vonden. Ze zitten iets ineengekrompen, de kleine pluimjes boven de bek iets rechtop, de ogen wat dichtgenepen en wazig. Na éénmaal de weg gewezen te hebben zal hun natuurlijk instinct de juiste weg wijzen. Laat ze geen granen verspillen. In het begin laten ze wel eens de grote granen liggen, mais, erwten...bvb. Alles opeten of niets bijgeven. Anderen geven de eerste dagen alleen grote granen als maïs en bonen.

Hoe? Er zijn 3 mogelijkheden:

  • Spenen als graanjong. De jongen zijn ongeveer 14 dagen. In dit geval worden de duivinnen nog 8 à 10 dagen bij de kroost gelaten. De eerste dag zal misschien iets te weinig gevoederd worden maar de tweede dag komen de moedertjes zeker af op het geroep van hun telgen.
  • Eén jong wordt bij de duiver gelaten en één jong gaat met de duivin naar het jongeduivenhok.
  • Spenen na 21 à 25 dagen. Op die ouderdom moeten ze zelfstandig verder kunnen. 21 dagen is voldoende, in de winter kan 25 dagen nuttig zijn. Sommigen spenen reeds vanaf de 18 dag. Het is vroeg, vooral bij koude dagen.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire